Een kijkje in mijn stoffenbibliotheek

Wat leuk dat je geïnteresseerd bent in mijn mooie textielkwaliteiten! Voor jou geen haastige impulsaankoop waar je overmorgen al spijt van hebt, jij wilt weten wat je in huis haalt en op welk hoeslaken en onder welk dekbedovertrek je jezelf en je geliefden ‘s nachts neervlijt. En gelijk heb je. Er zijn zoveel verschillende stofkwaliteiten, typen weefsels en veredelingsmethoden - en ze hebben allemaal hun eigen specifieke eigenschappen en kenmerken. Zie je soms door de bomen het bos niet meer en wil je meer weten over de ins & outs van het beddengoed van je keuze: I’ve got you covered. Letterlijk en figuurlijk.

Kleine waarschuwing: aan het verschonen van de bedden ga je vandaag niet meer toekomen want ik heb veel te vertellen, dus jij hebt veel te lezen. Ga er maar even lekker voor zitten. Of kruip even heerlijk weg onder je dekbedovertrek.

Wil je wel alles weten over de stoffen, maar heb je nu even geen tijd om alles te lezen? Middels onderstaande knop kun je alle informatie downloaden en nog eens rustig nalezen wanneer je wat meer tijd hebt.

Download Mijn Stoffenbibliotheek

STOF TOT NADENKEN

Voor we van start gaan even een kleine uitleg. Textiel – in de meest algemene zin van het woord – is opgebouwd uit verschillende componenten. Ik som ze even beknopt op.

De grondstof. Vaak is de naam van de grondstof waarvan het textiel gemaakt is gelijk aan de plant waaraan het groeit. Voorbeeld: katoen is het wollige omhulsel van de zaden van de katoenplant, dat tot garen gesponnen wordt. Een abc-tje. Maar in sommige gevallen ligt het proces van ‘grondstof tot garen’ iets gecompliceerder. Viscose of Tencel bijvoorbeeld zijn kwaliteiten die bestaan uit kunstmatig vervaardigde vezels van natuurlijke oorsprong, door ‘mens en machine’ omgetoverd tot garens en stoffen. Waarom? Om verbeterde eigenschappen te creëren die beter passen bij het beoogde eindproduct.

Het garen. Van vezels worden garens gesponnen, en van garens worden stoffen en breisels gemaakt. Net als bij bijvoorbeeld brei- of haakgaren zijn die garens er in verschillende diktes, met verschillende structuren, en verschillende toepassingsmogelijkheden. Voor een warme, waterbestendige winterjas worden voor de stof andere garens gebruikt dan voor een dun en soepel dekbedovertrek. Maar ook dekbedovertrekken zijn er in veel verschillende soorten stoffen, en die worden mede bepaald door het type garen waarvan de stof gemaakt is.

• De fijnheid van een garen wordt weergegeven door een getal: hoe hoger het getal – hoe fijner het garen. Een 40’s garen is dus dunner en soepeler dan een 20’s garen. Garendiktes mixen binnen 1 stof is heel gebruikelijk. Een stof kan bijvoorbeeld geweven zijn van een 40/20 garen. Het eerste getal, een 40’s garen, gaat over de ketting en het tweede getal - een 20’s garen – over de inslag. Ben je er nog? :)

Het doek. Oftewel de uiteindelijke stof; die is vaak geweven (zoals voor de meeste dekbedovertrekken en kussenslopen) maar kan ook gebreid zijn. Fun fact: je rekbare jersey hoeslaken bijvoorbeeld is stiekem eigenlijk gebreid. Weven is een techniek waarbij een serie kettingdraden (opgespannen draden in de lengterichting van de stof) doorvlochten worden met inslagdraden in de breedterichting. Zo krijgen de afzonderlijke draden samenhang en vormen ze een doek, of stof. Een eenvoudige platbinding (denk aan het 1-op-1-neer matjesvlechten op de kleuterschool en je snapt ‘m) voelt en oogt heel anders dan een satijnbinding (die niets met je 80’s disco-outfit te maken heeft, maar daarover later meer). Fijnere en/of zwaardere garens bepalen het gewicht. Voorbeeld: voor een stukje stof van vastgesteld formaat en gewicht (voor de Pietjes precies: Engelse yard x dito pound) heb je van een fijner garen meer draden nodig, en van een grof garen juist minder. Ook de manier van weven verschilt: eerdergenoemde platbinding is de eenvoudigste variant, een keper- of satijnbinding is een meer gecompliceerde manier van weven waarbij meerdere draden van het weefsel zich aan de oppervlakte bevinden voor een gladdere textuur.

• De manier van weven en het aantal draden worden door een dubbel getal weergegeven, de zogenaamde yarncount, waarbij het eerste getal het aantal kettingdraden weergeeft en het tweede getal het aantal inslagdraden. Voorbeeld: 72 x 66

In a nutshell: het powertrio grondstof, garen en doek is de heilige drie-eenheid van de textiel. Natuurlijk zijn er nog meer factoren die het karakter van een stof bepalen, maar daar ga ik je niet mee vermoeien. Je bent nu voldoende onderlegd voor het vervolg van mijn verhaal: ik neem de meest voorkomende stofkwaliteiten met je door.

WE GEVEN ‘M VAN KATOEN

Katoen is het meest geliefde materiaal voor beddengoed. Katoen is een natuurvezel, afkomstig van de zaadpluizen van de katoenplant. Katoen is sterk, ademend en vochtregulerend: perfecte eigenschappen voor zowel kleding en huishoudtextiel als een katoenen dekbedovertrek, hoeslaken of katoenen dekbed. Gladde katoenen stoffen zijn verkoelend – ze voeren warmte van je lichaam weg, nemen goed vocht op en geven dat ook weer aan de lucht af. De (figuurlijke, en gelukkig niet letterlijke) natte droom van elke beddengoed fan. Een nadeel is dat katoen nogal kreukgevoelig is. Maar niet getreurd: verschillende weeftechnieken en behandelingen van zowel het garen als de uiteindelijke stof kunnen katoen kreukbestendiger maken. En tijdens het strijken kun je natuurlijk bilspieroefeningen doen, een vreemde taal leren of even lekker wegdromen. Of je hangt je dekbedovertrek direct aan het einde van je wasprogramma uit op de waslijn. De ergste kreukels wapperen er heerlijk uit door de wind. Zo heeft ieder nadeel zijn voordeel. Ik leg de verschillende katoensoorten voor je onder de loep.

PERKAL KATOEN

Heb je een beetje opgelet toen we het over garendiktes en weeftechniek hadden? Zo niet, scroll dan even een stukje terug. Merk ik toch niet. Perkal-katoen (vrienden mogen gewoon ‘Perkal’ zeggen) wordt geweven van een 40’s garen. Dat is dunner en fijner dan een ‘standaard’ katoengaren, en voelt soepeler en gladder aan. Een 40/40 doek betekent dat zowel de kettingdraad als de inslagdraad een 40’s garen is. Het dunnere garen maakt ook dat er veel draden per inch gebruikt worden. Voorbeeld: de constructie van een veel gebruikte Perkal platbinding is 60/60 (aantal draden) x 20/20 (garendikte).

PERKALINE KATOEN

Perkaline is nog fijner, soepeler en gladder dan bovengenoemde Perkal (vandaar dat liefhebbende koosnaampje), met een yarncount van 30/30. Voor de absolute fijnproever.

TWILL KATOEN

Dit is een stoftype, geweven in een zogenaamde twill- of keperbinding. Te herkennen aan de diagonale weefstructuur, waar je voor de wat fijnere beddengoedkwaliteiten wel even een loep bij moet pakken. Een mooi voorbeeld van hoe de weeftechniek extra waarde aan een stof kan geven: twill is sterker dan bijvoorbeeld een platbinding, omdat de garens op een manier geweven zijn die een compacter oppervlak - en dus minder kans op slijtage - oplevert. Katoenen twill biedt dus alle voordelen van een katoenen dekbedovertrek maar met de meerwaarde van de twill-weeftechniek.

CHAMBRAY KATOEN

Chambray is een stofnaam, en zegt niet persé iets over de grondstof waarvan het doek gemaakt is. Chambray kennen we vooral uit de mode, het is een lichte en luchtige stof waarvan met name overhemden gemaakt worden en die qua karakter een tikkeltje tegen denim aanleunt. Chambray is geweven in een platbinding, waarbij de ketting- en de inslagdraad verschillend van kleur zijn. Eén van beide draden is wit of off-white, zodat de hoofdkleur van de stof een fraaie witwaas krijgt. Door de associatie met denim denk je nu vast dat chambray altijd blauw is: niets is minder waar. Juist door die tweekleurige constructie krijgen felgekleurde stoffen een zachtere uitstraling en een trendy bleached look. Chambray is meestal van katoen gemaakt: de lichte kreuk maakt de frisse, casual uitstraling alleen maar mooier.

KATOEN SATIJN

Schiet niet in de stress: katoensatijn heeft niets met die  glibberige stof van Tante Trudie’s feestjurk te maken. We hebben het hier over puur katoen, dat satijngeweven is. Een satijnweefsel lijkt op een twill-weefsel qua diagonale weefstructuur, maar de hellingshoek is steiler en het weefsel heeft een nog compacter oppervlak en een gladdere handfeel. Dat knisperfrisse, poepchique hotelbeddengoed waar iedereen het altijd over heeft? Katoensatijn. Ruisend, glad, sterk, weelderig en decadent. Daar hoef je niet voor op vakantie – dat gun je jezelf elke dag. In mijn webshop vindt je alleen maar hoeslakens dekbedovertrekken katoen satijn (100% katoen)

KATOEN FLANEL

Die warme pyjama die je moeder uit de kast trok bij eerste nachtvorst? Dat is het simpele broertje – of zusje – van de katoenflanel van tegenwoordig. Katoenflanel is niets meer of minder dan zacht gebrushte katoenen stof. Brushen is mode-jargon voor borstelen, een nabewerking van de stof die ervoor zorgt dat korte vezeltjes naar de oppervlakte komen en een donzig laagje vormen. Iets ruller dan gladde katoensoorten, maar ook extra warm en zacht. Naaktslapers; letten jullie een beetje op? Kruip in je heerlijke warme en zachte bed met een flanellen dekbedovertrek en dan als kers op de taart ook nog een heerlijk zacht en warm flanellen hoeslaken.

BIO-KATOEN

Geen begrip dat zoveel verwarring oproept als ‘bio’, alleen al hierover zouden we een boek vol kunnen pennen. Gaan we niet doen, maar we zijn wel wat langer van stof (zie je wat we hier doen?) om de ins & outs van bio-katoen voor je op een rijtje te zetten.

• Is katoen niet een natuurproduct en dus automatisch biologisch? Ja en nee. Qua grondstof is katoen van biologische oorsprong, de crux zit ‘m in de manier waarop de mens met de katoen omgaat. Katoenteelt is - eerlijk is eerlijk – nogal milieu-onvriendelijk. Katoenplanten zijn gevoelig voor ziektes en moeten bespoten worden, en de katoenplant is een ordinaire zuipschuit die veel water nodig heeft om te kunnen groeien. Door de populariteit van katoen is de teelt lucratief, dus putten de telers de akkers uit door steeds opnieuw hetzelfde stuk land met katoen in te zaaien. En dan hebben we het nog niet eens over de verwerking van katoen, waarbij o.a. chemicaliën gebruikt worden om de resten van ontsierende pitjes uit de vezels te verwijderen. Want het oog wil ook wat.

• Waarin verschilt bio-katoen van ‘gewone’ katoen? Er is geen verschil in kwaliteit, handfeel en/of uiterlijk dat je met het blote oog – of je blote handen – kunt waarnemen. Maar in de regel geldt dat hele productieproces – van de teelt tot en met het garenspinnen, weven en de eventuele nabehandelingen – plaatsvindt met gebruik van minder energie, minder water en minder vervuilende bestrijdingsmiddelen. Vaak is het officieel gecertificeerd, maar er zijn helaas nog veel mazen in de regelgeving waar slinkse producenten misbruik van maken. Ook ongecertificeerde bio-katoen is duurzamer dan ‘gewone’ katoen, dus laat je niet gek maken door het ontbreken van officiële certificaten. Een correctere benaming van bio-katoen zou wat mij betreft ‘biologisch-verantwoord geproduceerde katoen’ moeten zijn. Maar ja - dat is a) te lang en b) ze hebben mijn mening niet gevraagd. Gemiste kans. Om echter niemand te misleiden vindt je in mijn categorie Eco Beddengoed, alleen maar de gecertificeerde Bio producten.

• Is biologische katoen huidvriendelijker dan gewone katoen? In de bio-katoenteelt wordt gebruik gemaakt van natuurlijke, afbreekbare bestrijdingsmiddelen en die zijn in veel gevallen vriendelijker voor je huid. Heb je aanleg voor allergieën, dan kan bio-katoenen beddengoed een oplossing zijn. Het is geen garantie, maar probeer het eens uit: mogelijk biedt het verlichting of vermindering van je klachten.

• Is bio-katoen duurder dan ‘gewone’ katoen? Ja. En als je braaf meegelezen hebt weet je ook waarom. Of jij wel of niet voor bio-katoen kiest: ik heb er geen waardeoordeel over. Ik kan en wil niet in je portemonnee kijken - en jij valt voor een kleur, dessin en product op basis van je eigen smaak en voorkeur. Zo zijn de rollen verdeeld, en dat is maar goed ook. Wel ben ik er met recht trots op dat onder andere Beddinghouse lid is geworden van het Better Cotton Initiative, en ze in minimaal 90% van de door hun verkochte katoenen producten, een percentage Better Cotton te verwerken. Je kunt hierover meer lezen in de blog Beddinghouse gaat voor Groen!

KATOEN-POLYESTER

Het mixen van verschillende grondstoffen in één stofkwaliteit is in zowel de mode als de huishoudtextielwereld heel gebruikelijk. Waarom? Omdat je op die manier optimaal profiteert van de eigenschappen van beide componenten. Zo is katoen zacht, vocht- en warmteregulerend en sterk. Maar katoen is niet bepaald kreukvrij, en kan na veelvuldig of verkeerd wassen soms vaal worden. Polyester is een kunstvezel die daar weinig tot geen last van heeft, maar is bij lange na niet zo perfect geschikt voor beddengoed als katoen. Door katoen met polyester te vermengen blijven de goede eigenschappen intact, maar hoef je minder te strijken en kun je wassen tot je een ons weegt: de kleur blijft zitten waar ‘ie zit. Er bestaan blends met verschillende procentuele verhoudingen qua aandeel katoen en polyester, en zelfs katoensoorten die de polyester in de kern van het garen hebben verstopt zodat het oppervlak van de stof als katoen oogt en voelt. Maar bij mij geen zweterige varianten. Waar zouden we zijn zonder techniek…

NOG VEEL MEER STOF TOT NADENKEN

LINNEN

Puur en natuurlijk linnen wordt geoogst van de vlasplant. Het is een favoriete stofkwaliteit voor beddengoed, en met reden. Linnen is ademend, verkoelend, neemt goed vocht op en geeft het – wel zo fijn – ook weer goed af aan de lucht. Anders dan katoen – dat van relatief korte katoenpluisvezels gesponnen wordt – is de linnenvezel lang. Dat heeft als voordeel dat linnen sterker is, niet pluist  en minder snel slijt. De keerzijde van de medaille: linnen is kreukgevoelig. Maar dat maakt deel uit van de charme: het geeft een casual en nonchalant effect. En je kunt – en mag – linnen flink heet strijken zonder schadelijke gevolgen, dus leef je uit. Nog een positieve eigenschap: linnen is schimmel- en bacterie-werend. Je sluimerende smetvrees kan zich nog even lekker omdraaien en doorslapen, net als jij onder je linnen dekbedovertrek.

ZIJDE

Het luxepaardje onder de stofkwaliteiten staat garant voor zachtheid, soepelheid, een chique look en een sensueel gevoel. Oh la la, pure zijde is pure verwennerij.  Anders dan bij katoen of linnen is zijde niet afkomstig van planten: zijde wordt gesponnen door de zijderups. Een onooglijk beestje dat uitgroeit tot een beeldschone vlinder, een type make-over waar wij ook wel oren naar hebben. De zijderups spint een lange, ragfijne draad en maakt daarvan een cocon - zelfisolatie 2.0 - die bijeengehouden wordt door lijmachtig speeksel. Iew? Nee hoor, voordat de draad afgewikkeld kan worden wordt de cocon gekookt en van lijmresten ontdaan –helaas legt de rups zelf daarbij wel het loodje. De draad van de zijderups is extreem dun en fijn en kan direct, zonder verdere tussenkomst van mens of machine, als garen gebruikt worden voor geweven of gebreide stoffen. Zijde is licht van gewicht, vooral in natte toestand extra sterk, en heeft een uitstekend vocht-opnemend vermogen. Het van nature licht glanzende uiterlijk geeft zijde een glamorous tintje. Bij geverfde of bedrukte zijde sprankelen de kleuren je tegemoet: de gladde textuur weerkaatst licht en intensiveert elke kleur. Zijde voelt koel aan in de zomer en warm in de winter, dat is de reden waarom zijde niet alleen zichtbaar - voor dekbedovertrekken en kussenslopen - gebruikt wordt, maar ook onzichtbaar, als vulling voor zijden dekbedden, maar ook voor de de tijk van het dekbed kun je kiezen voor zijde. De grondstof voor zijde is eiwit - dat bevindt zich ook in je lichaam - en de stoftextuur is glad en anti-statisch. Kussenslopen van zijde voorkomen om die redenen slaapkreukels in je ochtendgezicht en smoren ‘coupe paardenbloem’ in de kiem. What’s not to like?

TENCEL

Het basismateriaal van Tencel is de duurzame, kunstmatig vervaardigde grondstof Lyocell die gemaakt wordt van loof- en eucalyptusbomen. De bomen worden geteeld in speciaal aangelegde bossen die volgens de regels van het FSC-keurmerk worden beheerd. Duurzaam bosbeheer dus. De versnipperde boomdelen worden tot pulp vermalen en vloeibaar gemaakt, waarna de pap door zogenaamde spindoppen – denk aan een douchekop met piepkleine gaatjes – gespoten wordt. Zo ontstaat er een draad, die vervolgens weer versneden wordt tot vezels waarvan nieuwe draden gesponnen worden. Onder de gepatenteerde merknaam TENCEL™ produceert de Zwitserse textielfabrikant Lenzing een hoogwaardig assortiment stoffen voor zowel de mode- als de huishoudtextielbranche, waaronder ook beddengoed valt. TENCEL™ van Lenzing wordt gemaakt volgens het Closed Loop principe, waarbij alle benodigde water en chemicaliën opgevangen en hergebruikt worden. Dubbele karmapunten voor duurzaamheid! TENCEL™ LYOCELL is zacht, sterk, soepel, glad, vocht- en warmte-regulerend en antibacterieel: ideaal voor beddengoed!

JERSEY

De term jersey zegt niets over de stofsamenstelling, maar alles over de gebruikte methode om de stof te maken. Jersey is namelijk gebreid. Het grootste voordeel: jersey is van zichzelf elastisch, zonder extra hulp van lycra, spandex of elasthane. Heb je vroeger een beetje opgelet bij handwerkles?  Nee? Dan leg ik het even uit. Dat komt omdat voor de breitechniek gebruik wordt gemaakt van 1 enkele draad die in lussen wordt gelegd, die onderling kunnen verschuiven en rekbaarheid opleveren. Als je geen ster bent in het strak opspannen van je hoeslaken: dan is een stretch jersey hoeslaken je bff, je ‘best friend forever'.  Kijk voor de specifieke eigenschappen van de jersey van je keuze naar de stofsamenstelling, en volg de behandelingsadviezen op het care-label.

Heb ik je een beetje bij kunnen praten over de ins & outs van mijn meest gebruikte stofkwaliteiten? Werd je er enthousiast van, en kun je sneller en doelgerichter je favoriete product uit mijn mooie aanbod filteren? Mooi. Dan heb ik mijn doel bereikt. Zie ik je snel in mijn shop? Dan maak ik je bed alvast mooi op :)